Maandblad Pegasus 1 Bn Para 1989

ZEG HET MET BLOEMEN

Corsikaanse bloemen, besteld door een Belgische Kolonel aan een Gentse Onderofficier die ze via een van Italiaanse afkomst Cpl Chef laat afhalen bij een Corsikaanse winkelierster die dan ook nog Vlaams spreekt geeft als gevolg dit waar gebeurde verhaal.

Tijdens de memorabele, volgens onze 2IC, “Succesvolle” raid van Corsika 1989, waarbij de enen van West naar Oost marcheerden en de anderen wegens een stakingsken van OOST NAAR WEST gestuurd werden en waarin pelotons die verloren liepen, als straf, met de Unimog, de basis onder luid gezang mochten vervoegen om bijtijds te zijn voor de barbecue. Waar geteste individuele tentjes zo onwaterdicht leken dat men de oude getrouwe IGLO liet aanrukken in CHISA en waar men VENTISERI niet weet liggen en men dan maar rechtstreeks via Solaro naar Solenzara gaat en waar men tenslotte bij een einde-seizoen—barbecue oneerbiedig rondzeult met majoors, gebeurde iets dat enkel in de meeste films van WOODY ALLEN, EDDY MUPPHY of destijds bij LOUIS DE FUNES voorkomt.

Zoals bij alle raids in Corsika stuurt men steeds een ploeg helicopter-piloten mee om bij eventuele dringende tussenkomsten in dit onherbergzaam oord toch iets te hebben, ge zoudt het een soort M.A.S.H ploeg kunnen noemen. Deze ploeg bestaat gewoonlijk uit een officier van lagere klasse of een paar onderofficieren die wegens hun graad nog lager zijn.

Dit jaar was het echter anders: De Korpsoverste van de Helischroefjongens uit Brasschaat was wegens gebrek aan vlieguren of wegens ( volgens anderen ) een twistje ( bekende dans in sommige huishoudens ) met zijn wettelijke echtgenote, persoonlijk meegekomen met de succesraid van, het 1 Bn PARA.

Reeds van bij het begin was het duidelijk dat deze Kolonel een gemoedelijke, losse, sympathieke, allé, een abnormale militair was. Toen hij in AJACCIO onmiddel­lijk bij zijn aankomst met een kennersblik had vastgesteld dat Chef MEES de man was waarrond alles draaide, zocht hij direkt kontakt met hem op en vroeg hem ”Zeg Chef hoe heet ge met uw voornaam” ? Waarop deze waarheidsgetrouw antwoordde ”Rudy”, met het gevolg dat wegens een min of meer Gentse tongval van onze Chef, de Kolonel voor de rest van de raid “LUC “ tegen hem heeft gezegd.

Op de eerste dag van zijn aankomst had de baas van de helicopieters, zoals het past, contact opgenomen met de Franse kolonel van de basis, wat natuurlijk normaal in onder Kolonels.Toen enkele dagen later de Belgische basis van Ajaccio moest overgeplaatst worden naar Solenzara, was de vriendschap tussen beide bevel­voerders reeds zodanig groot geworden dat de Fransman den Belg uitnodigde om zijn laatste avond in Ajaccio bij hem thuis te komen doorbrengen met een etentje. En nu kwam de kat op de koord, of laat ons bij vaktermen blijven, nu begon er ergens een schroef te draaien. Als wij, gewone stervelingen, ergens uitgenodigd worden doen wij zoals de “boerkes“, gaan er zonder veel plichtplegingen op af, steken onze voetén (al dan niet gewassen ) onder tafel, doen den broeksriem los, schransen en zuipen tot we niet meer kunnen, laten een boerken en nemen afscheid. Maar in het beschaafd milieu gebeurt dat anders!

De morgen voor het soupéken zegde de Kolonel tegen Rudy “Luc jongen, ik zit met een probleem, ik zou voor deze avond een boeketje bloemen willen hebben, want ik kan toch niet met lege handen bij de gastvrouw aankomen hé ? Zou jij voor mij niet eens in de stad naar een bloemenwinkel willen gaan om een tuiltje te kopen ? “. Wat dacht ge nu dat de Chef antwoordde? Natuurlijk, zoals altijd “geen probleem kolonel en zoals het bij hem meer gebeurt had hij die dag juist te veel werk om naar de vissers in de haven te gaan kijken en aangezien een CHEF er is om bevelen te geven, riep hij den BRUNO bij zich en gaf deze de opdracht door.

Deze CLC is nochtans niet gewoon om geld uit, te geven aan bloemen maar als het toch betaald wordt door iemand anders ziet hij op gene frank. Wegens zijn oorspronkelijke italiaanse afkomst, en met de charme eigen aan zuiderlingen, schoot hij een bloemenwinkel binnen, sleurde zijn beste frans boven ( wat nog nie fameus is ) en bestelde bloemen ( of wat dacht ge anders in een bloemenwinkel)

De verkoopster moet een geweldige schoonheid geweest zijn want den BRUNO verklaarde nadien mordicus dat ze Vlaams sprak. Enfin toen hij ongeveer uitgelegd had waarvoor de bloemen moesten dienen, begreep de dame onmiddellijk dat er hier geen sprake kon zijn van een simpel tuiltje, daar dit voor een Franse Kolonel ver beneden zijn standing is. Ze stelde dus een trofeepalm samen die best te vergelijken was met degene die DELGADO ontving op de Champs Elyssee bij zijn overwinning in de ronde van Frankrijk, alles in het geel en met een omvang die kon tellen.

Toen Bruno met het bloemstuk terug op de basis kwam hielp dc Cdt van den S4 hem met het uitladen en tot verbijstering van Chef MEES zag hij nog juist de voeten van de Commandant achter de ruiker onderuit komen, de rest van zijn lichaam was verborgen achter bloemen. Nu weten we allen dat den S4 gene reus van een vent is maar vanaf zijn hoofd tot aan de nestels van zijn schoenen is het toch een serieuse afstand voor een bloemstukje.

Met de grootste omzichtigheid werd het “geschenkje “ op een tafel gelegd en daarnaast werd met veel eerbied de rekening van 280 FF gedeponeerd. In de namiddag kwam de vliegende kolonel “efkens” zien of ze bloemetjes gevonden hadden, dit in het gezelschap van een commandant van het lichte vliegwezen die waarschijnlijk jaloers was dat HIJ niet uitgenodigd was, want die vent begon bij het zien van “het geval” zo bulderend te lachen dat men dacht dat er een C130 opsteeg. (Opmerking: het ging om Pierre Wathelet)

De Kolonel himself bleef ogenschijnlijk C00L en opperde alleen maar de bedenking  “Hoe ga ik DAARMEE over het straat geraken ? “ Onze Chef vond direct een oplossing: “Kolonel” zegde hij “laat u door een ordonnance afhalen en tot hij uw gastheer voeren”.

S’avonds stond onze galante heer met de helft van alle Corsikaanse bloemen en in zijn beste kostuum dan voor de deur van zijn collega. Deze opende de deur en bekeek zijn gast met ongelovige blikken, bedankte voor de attentie en vertelde hem terloops halfweg de maaltijd dat hij nog steeds VRIJGEZEL was, waarop onze Belg droogweg antwoordde dat het in België de gewoonte was dat Kolonels mekaar in de BL0EMETJES zetten.

Het moet zijn dat de franse keuken toch maar een “raar” geval is want na dat eetmaal werd enkele dagen later op de basis van Solenzara de traditionele Barbecue van Einde Raid gehouden en zoals het past onder mensen die een week met elkaar geleefd hebben, stonden de Kolonel en onze “Luc” heel vriendschappelijk bij elkaar hun worstjes te braden. Toen de kolonel het zijne (letterlijk) van het vuur haalde zegde hij “ Luc jongen ’t mijne is nog helemaal koud van binnen” en hij legde het terug op ’t vuur. Bij een lichte opflakkering van de vlammen bemerkte hij tenslotte dat hij een augurk aan het braden was. Wie zegde er ook weer dat de franse wijn niet straf was ?

Opmerking van de betrokken kolonel: De echtgenote van de Fransman stond als gastvrouw op de uitnodiging, maar ze had het op het laatste ogenblik laten afweten voor de maaltijd.